top of page
Zoeken
  • Foto van schrijvermerlekeessen

Dag 48

Radhimë - Vlorë - Brindisi (veerpont)


Ik werd wakker met het idee dat ik vandaag een bergpas zou gaan fietsen langs de kust van zuidwest Albanië. Omdat ik geen cash geld meer had, had ik afgesproken om met de eigenaresse van de camping en een Duitse vrouw die Nederlands spreekt en met haar hondje naar de dierenarts moest naar de stad Orikum te rijden om geld te pinnen.


Tijdens deze rit vroegen ze me waar ik van plan was naar toe te fietsen. Toen ik vertelde dat dat plan Athene was, waren zij er allebei heilig van overtuigd dat ik de grens naar Griekenland fietsend enkel en alleen via Noord-Macedonië of Bulgarije kon passeren. Of met de boot via Italië. Eenmaal terug op de camping begon ik te googelen, ze hadden me in Tirana immers verteld dat de grens als Nederlander en dus EU-lid geen probleem moest zijn, maar inderdaad: de grensovergang was gesloten en niemand mocht via Albanië Griekenland in.



Het was rond de middag en ik belde Merle om het nieuws te vertellen en ben daarna op zoek gegaan naar informatie over vertrektijden van de veerpont naar Italië. Ik ontdekte dat diezelfde middag 15:00 uur een ferry zou vertrekken vanuit Vlorë, 10 kilometer naar het noorden, richting Brindisi. 13:00 zou er ingecheckt moeten worden. Ik besloot de campingeigenaar te vragen of ik dat zou kunnen redden, waarop hij een belletje pleegde naar een reisbureau, waarschijnlijk familie of goede kennis. Hij zei me dat ik op moest schieten, maar dat ze me daar konden helpen om de boot te halen. Hij vertelde er overigens ook nog bij, dat mocht ik de boot niet halen, ik een vaccinatiepaspoort kon kopen via de huisarts van de familie, om het reizen wat makkelijker te maken.


Als de sodemieter pakte ik m’n tent en spullen op de fiets en fietste ik naar Vlorë. Wegwerkzaamheden en een paar klimmetjes zorgden ervoor dat ik een half uur later volledig doorweekt aan kwam bij het reisbureau in de stad. Toen ik vroeg of ze me konden helpen zei de kerel dat ik me moest haasten en vroeg of ik een negatieve test kon laten zien. Die had ik nog niet en dus werd ik een deurtje verder naar binnen geloodst en stond ik een paar minuten later, na een stok in m’n neus en €20 te hebben afgetikt met een negatieve test weer op straat en werd ik naar het check-in point van de veerpont doorverwezen waar ik m’n ticket kon kopen.



Toen ik dat kantoor binnen stapte werd me al snel duidelijk dat binnen die muren heel veel mogelijk was, zo lang er maar geld over de toonbank ging. Op de hoek stond een kerel euro’s te tellen en ik werd bekeken door louche figuren met dure horloges en grote zonnebrillen. Een ticket kon nog geregeld worden voor €40, het probleem was alleen dat ik die ochtend Albanese Lek had gepint en dat was het enige cashgeld dat ik in mijn bezit had. Aangezien in Albanië pinnen nog geen betaalmogelijkheid is werd ik boos aangekeken, maar werd het uiteindelijk aangenomen onder het motto geld is geld en na 15 minuten stond ik bij de poort van de haven met een ticket naar Italië.


Het volgend obstakel was de douane. Mijn fiets was blijkbaar verdacht en alle tassen moesten door een scanapparaat dat je ook op een vliegveld ziet. Daarna mocht ik doorlopen en werd mijn paspoort gecheckt en werd me gevraagd wat ik in Italië ging doen. Na een moeilijk gesprek en alle charisma die ik bezit in de strijd te hebben gegooid kreeg ik uiteindelijk permissie om richting de boot te gaan. Het was inmiddels kwart over 2 en ik was dolblij.


Met dat gevoel fietste ik de laadklep van de boot op, tot een medewerker mijn vereiste papieren vraagt en me vraagt waar mijn PLF is. Een Passenger Locator Form is vereist en de man is gelukkig meedenkend en zegt me dat ik bij het kantoor waar ik ook mijn ticket heb gekocht dit formulier kan bemachtigen. Ik fiets terug naar de hekken, laat m’n fiets achter bij de douanebeambten aldaar, sprint vervolgens door naar de louche praktijk en zeg dat ze een PLF voor me moeten printen. Ik krijg “Oh right, sorry sir we forgot” en na 5 minuten ren ik weer terug naar de hekken bij de douane, fiets als een gek naar de boot en ben gelukkig voor 3 uur op het dek.



Terwijl ik begin te lezen in mijn boek en we nog steeds niet vertrekken, eet ik het brood met kaas dat ik sochtends heb gekocht. We vertrekken uiteindelijk pas om 5 uur. Al het haasten voor niks, maar ik zit in ieder geval op de boot. De boottocht zou ook 5 uur duren, maar pas rond 11 uur savonds komen we aan in Brindisi. Een Italiaanse gozer waarmee ik aan de praat ben geraakt en ik zijn als een van de eersten de boot af. Hij zegt me te willen helpen bij de douane. Dat blijkt maar goed ook, want zonder zijn inmenging was ik het land niet ingekomen. Iets met quarantaine en vanuit Albanië en niet Italiaans, het kan me geen reet schelen. Ik ben in Italië en dus Europa en dat maakt het een stuk makkelijker reizen naar Griekenland.



Na het bedanken van de vriendelijke Italiaan fiets ik in het donker de haven uit richting de stad waar ik een hotel heb geboekt. Tijdens het fietsen bel ik met Linda, Marco en Merle en vliegt de tijd voorbij. Ik kom aan bij het hotel en gooi mijn spullen in de kamer. Het is rond middernacht en ik ga op zoek naar wat te eten, dat ik vind ergens in de drukke stad met muziek en gezelligheid, het is immers zaterdagavond. Ik eet een pizza en ben daarna ontzettend moe en loop linea recta terug naar het hotel en m’n bed.


Vooraf had ik al een beeld bij Albanië en de Kroaten en Montenegrijnen die ik sprak bevestigden dat beeld. Normaliter keur ik vooroordelen af, maar in dit geval bleken ze alleraardigst te kloppen. De mensen zijn ontzettend gastvrij en vriendelijk, maar er is ook een kant met ontzettend veel corruptie en (drugs-)criminaliteit. Vandaag heeft me dat zelfs een beetje geholpen, middels de niet helemaal sjofele test en het formulier dat ik zomaar mee kreeg. Één ding is zeker, Albanië ga ik niet snel vergeten. Wat een bijzonder land met dito mensen.

139 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Dag 49

Dag 47

Dag 46

bottom of page