top of page
Zoeken
  • Foto van schrijvermerlekeessen

Dag 44

Shköder - Tirana (92 km)


Op de camping net buiten Shköder wakker geworden en bij de bar heerlijk ontbeten met broodjes, vijgenjam, gekookte eieren en koffie, melk en een sapje. Daarna mijn spullen weer opgezadeld en in gang gezet terwijl het alweer goed heet was.


Goed veel water mee gelukkig, want het was weer dorstig weer. Na een kilometer of 30 kwam ik in de stad Lezhë. Net zoals Shköder heel erg druk en ongeorganiseerd. Weinig hoogtepunten te vinden ook. Gelukkig zat de snelheid er goed in vandaag, met de wind in de rug kwam ik tot een gemiddelde van 23,5 km/u. Dat ook te danken was aan het vrijwel geheel vlakke parcours.



De weg die ik fietste was de SH-1, inderdaad zoiets als de snelweg in Nederland. Éénbaans en brede wegen zonder vangrail, maar wel met een brede “spitsstrook” waar ik mijn kunsten heb vertoond. Langs de weg een ontzettende pleuriszooi met alles wat er uit de ramen gegooid wordt hier. En zoals de Montenegrijnen in het restaurant me een paar dagen terug al zeiden: “It’s going to be Mercedes, Mercedes, Mercedes. You’ll see”. De ene na de andere oude afgetrapte Mercedes kwam me voorbij suizen of tegemoet, zwart rokend en zelden zonder kleerscheuren. In de verte om mij heen de bergkammen die ik nu een beetje vermijdt.


Halverwege even een stop bij een kraam met ontzettend veel vers fruit. Ik koop een bakje kersen en aardbeien bij de behulpzame jongeman die het fruit zelfs even voor me wast. Ik geniet van de aardbeien en trap hem daarna weer an. Tot ik zonder ik het door heb ineens op een weg fiets met aan beide kanten een vangrail. Het wordt tweebaans en er staat een groot bord dat aan moet geven dat ik me op een snelweg bevindt en het hier verboden te fietsen is.


Een man die op de linkerbaan tegen het verkeer in fietst komt de weg over en begint enthousiast Italiaans tegen me te praten. We communiceren wat dat dit de weg naar Tirana is en ik besluit maar gewoon door te fietsen. 30 kilometer lang is de snelweg en het verkeer suist om me heen, maar ik voel me geen moment onveilig. Vrachtwagens toeteren om te laten weten dat ze eraan komen en toeteren dan nog eens als ze gepasseerd zijn. Mensen zwaaien en vinden het alleen maar mooi dat hier een mafkees uit het buitenland fietst heb ik het idee.


Als de weg weer net zo plots éénbaans wordt als dat ie naar snelweg veranderde kom ik al dicht bij Tirana. Een voorstad heb ik bereikt en de vele, vele zaken met mobileri (meubels), lavazhe (autowasserette) en gomileri (autobanden) volgen zich in rap tempo op. Kilometers lang allemaal dezelfde zaken, een knap staaltje als je je hier nog mee weet te onderscheiden van de rest. Overigens hebben alle zaken, ook autogarages etcetera, hier een bar. Je laat je autowassen en wacht met een biertje. Je laat je auto maken en wacht met een biertje. Je laat je vrouw shoppen en wacht met een biertje. Bijzondere mensen, die Albanezen.



Uiteindelijk kom ik aan bij Tirana. Niet normaal wat een grote stad. Met meer dan 600.000 inwoners is Tirana de grootste en de hoofdstad van Albanië. Echter kennen ze hier weinig hoogbouw, waardoor de oppervlakte van de stad immens is. In totaal wonen er 3 miljoen mensen in Albanië, maar over de hele wereld naar schatting zo’n 15 tot 20 miljoen hoor ik later deze dag. Voornamelijk om geld te verdienen, de één met wat legalere zaken als de ander. Ik stop even bij een terras om met behulp van de WiFi en onder het genot van een welverdiend pilsje mijn hostel op te zoeken dat nog zo’n 9 kilometer fietsen blijkt. Midden in het centrum.


Een gigantische drukte op straat, overal wordt aan de weg gewerkt en iedereen denkt aan z’n eigen. Ik meng me in het verkeer en ga op in de chaos, werk me met m’n fiets overal tussendoor en zwaai en bedank zo vriendelijk mogelijk als ik me weer eens ergens tussen wring. Ik geniet er eerlijk gezegd wel van, dat ongecontroleerde. Met zeshonderdtwintig auto’s tegelijk een immense rotonde over en zie maar hoe je aan de overkant komt.


Uiteindelijk kom ik nog redelijk snel het centrum in, waar het een drukte van jewelste is. Het lijkt wel of de hele stad op straat loopt. Na een paar keer vragen vind ik uiteindelijk mijn hostel. De Finse eigenaresse ontvangt me met een shotje Raki, waarna ik me naar m’n kamer begeef en geniet van de douche. Daarna op zoek naar eten, want van 92 kilometer fietsen met temperaturen boven de 30 graden krijg ik wel trek.


Nadat ik lekker gegeten heb bij een Turks restaurant heb ik contact met Chris die ook in Tirana is en het Skanderberg plein noemt om elkaar te ontmoeten en Duitsland - Frankrijk te kijken. Helaas lopen we elkaar mis, omdat ik geen internet heb en het op het plein een gigantische happening blijkt met duizenden mensen en een groot scherm gesponsord door dat frisdrank merk waar nu zo’n heisa over is.


Ik mag aanschuiven bij wat gasten van mijn leeftijd en dat blijkt donders gezellig. Hoewel ik het een paar keer aanbiedt mag ik geen drinken halen en wordt alle pils voor me betaald. De Albanezen blijken ontzettende fans van Duitsland en gaan helemaal tekeer als er een kans wordt gemist en Frankrijk uiteindelijk wint. Duitsland en Italië zijn voor de mensen hier de landen om voor te juichen. De jongens leggen me veel uit over de cultuur en hoe mensen hier denken over bepaalde zaken. Ik krijg zo een redelijk beeld van Albanië en ik moet toegeven dat mijn vooroordelen niet geheel gebaseerd blijken op fictie.


Na de gezelligheid op het plein met de duizenden mensen (de regering verteld hier op tv dat COVID een leugen is van de westerse wereld) en vooral de super aardige jongens, loop ik in twintig minuten terug naar m’n hostel waar ik nog even na zit met een Chileense straatmuzikant waarmee ik heel erg heb gelachen, een Italiaan uit Napels, een gozer uit Zweden zo schimmig als wat maar wel aardig en een meisje uit Zweden die haar hele leven shopt. Voor mij is de dag daarna voorbij. Moe gestreden en genoten. Tijd voor wat nachtrust.

138 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Dag 49

Dag 48

Dag 47

bottom of page