Rijeka Crnojevica - Shköder (91 km)
Ik werd wakker op de prachtige camping en de zon scheen al volop. Een grote familie eenden waggelde voorbij aan de waterkant en de vogels zongen uit volle borst. Het was al wat later in de ochtend en ik besloot m’n spullen weer in te pakken en naar het restaurant te gaan voor mijn ontbijt.
Eenmaal daar aangekomen wordt ik hartelijk ontvangen door de ober en zijn hond, die linea recta z’n plek op de bank naast me inneemt. Ik bestel een uitsmijter met groenten, een sandwich ham-kaas en een kop koffie. Bij het serveren zegt de beste man: “if you eat all of this, you’re a stronger man then me”. En idd, het is veel te veel. Ik vraag of ik de sandwich misschien mag meenemen voor onderweg. Even later komt de ober terug met drie tassen: 1 met mijn sandwich, 1 met een nieuwe sandwich en 1 met 2 komkommers en 2 tomaten. Een cadeautje van het huis om me succes te wensen met mijn reis. Ik sta versteld en ben deze lieve mensen heel erg dankbaar voor hun goedheid. Ze verdienen al niet zo veel, maar worden gelukkig van het geluk van een ander. Het lijkt klein, maar is voor mij een herinnering die ik zal koesteren als ik straks weer terug ben in onze kapitalistische samenleving.
Na een warm afscheid stap ik pas rond 1 uur weer op de fiets. Op aanraden van de mensen hier fiets ik boven het meer langs in plaats van eronderdoor. Onderlangs is qua wegen onbegaanbaar volgens hen, ongelofelijk stijl en niet verhard. Toch twijfel ik, want zij weten hebben waarschijnlijk niet eens een fiets en het schijnt daar super mooi te zijn met uitzicht op het meer en de zee tegelijk. Toch besluit ik hun advies op te volgen en na het dorp links af te slaan in plaats van rechts.
Een klim van een kilometer of 6 die op me wacht en me direct 270 meter omhoog brengt. De hete zon staat alweer hoog aan de hemel en ik heb de korte mouwen tot op m’n schouders opgestroopt. Het is warm en steil, maar ik werk mezelf weer omhoog langs een weg en naar een plek.. Waanzinnig. Tussen de groen begroeide bergen door stroomt de toegangsrivier van het meer van Shköder. De rivier is breed en heeft aan beide kanten veel groen van waterplanten, waardoor het vaarwater voor kleine rondvaartboten voor minstens de helft wordt beperkt. Ik kan er vanaf de weg 2 ontwaren zo groot als mieren, maar dan met een rood dak.
Op een gegeven moment kom ik aan bij een uitzichtpunt dat me zicht geeft op de rivier die als een hoefijzer door de bergen kronkelt en om zich heen een oase van groen tot in de verste verte. Mijn route zie ik ook, langs de top van de kleine bergen. Eenmaal daar een klein stukje afdalen van de rivier af en dan weer een stukje op. Ik kom aan op de grote weg richting Podgorica, de hoofdstad van Montenegro. De stad ligt in een vallei en vanaf de weg heb ik zicht over die vallei en de stad, met daarachter weer enorme bergen met nog steeds besneeuwde toppen.
De weg leidt me naar Podgorica middels een stevige afdaling waarbij ik in de slipstream van een vrachtwagen behoorlijke snelheden haal. Eenmaal in Podgorica stop ik op 30 kilometer even bij een mini-market voor een ijsje en een vruchtensapje voor wat suikers. Daarna snel de stad door, want Podgorica verdiend helaas geen echte vermelding. Een stad zonder noemenswaardige hoogtepunten. Alles lijkt hetzelfde, er is overduidelijk geen welstandscommissie en waarschijnlijk gebrek aan goed opgeleide architecten.
Na Podgorica fiets ik door de droge vallei richting de grens met Albanië. Snikheet is het, maar de benen voelen goed en ik trap de kilometers vlot weg. Bij Podgorica was ik iets van het meer afgefietst, maar nu kom ik weer terug aan de noordelijke kant van het meer. Nog 1 klein klimmetje en ik ben bij de grens. Precies bij het noordelijkste puntje van het meer is de grensovergang. Ik maak een praatje met de beambte en mag na het scannen van mijn paspoort en een “have a good trip” Albanië binnen. ALBANIË BINNEN. Dat is me toch even een eind van huis. Albanië.
Waar ik ook om mij heen kijk zie ik alleen maar immense bergen, maar de weg naar Shköder is, zeker vergeleken de laatste weken, vlak te noemen. De weg ben ik voor gewaarschuwd, maar ik heb geen moment het idee dat ik gevaar loop. Het dorre landschap van Albanië met rechts van me in de verte het meer. Nog een kilometer of 40 tot aan Shköder en ze gaan in vogelvlucht voorbij. Nieuw land, nieuwe energie.
Op een kilometer of 20 voor Shköder begint de bebouwing langs de weg al. Autogarages, barretjes en winkels en soms een combinatie van alle drie. Shköder is een vrij grote stad en als ik het centrum binnen fiets is het enorm druk. Alsof iedereen in de stad op straat is. Het is net na etenstijd en ik stop bij een bakker voor een paar broodjes en daarna in een barretje voor een biertje en voetbal. Tegelijkertijd kan ik de camping weer even opzoeken en de kaart in m’n hoofd opnemen zodat ik zodadelijk de weg naar de camping kan fietsen.
Na mijn biertje en een praatje met de jongens naast me die me de valuta koers uitleggen (1000 Albanese Lek is ongeveer €8) stap ik weer op de fiets. Door de bomvolle levendige stad fiets ik over de hoofdweg door het centrum. Het leven staat hier wel aan. Terrassen zitten vol en mensen zijn aan het winkelen. Op een doorsnee maandagavond. Ik fiets de stad langzaam weer uit en kom aan de zuidkant van de stad en de rand van het meer, waar ik tot dan toe niet veel meer van heb gezien. Een klein stukje nog en ik zie aan de kant van de weg een bordje met camping Legjenda.
Een hartelijke ontvangst van de eigenaresse. Ik zoek snel een plek en zet mijn tent op. Even douchen en dan naar het restaurant. Daar bel ik met pa en ma en eet ik een heerlijke groente risotto. Op groot scherm staat Spanje - Zweden en ik bel nog even met Merle. Fons heeft een wond en moet een kap om, grappig en zielig tegelijk. Hopelijk knapt ze snel op. Zo’n momentje dat stom is dat je er niet kan zijn.
Ik betaal wederom een absurd laag bedrag voor mijn avondmaal, waardoor de fooi een kwart van het totaalbedrag is geworden. Ik kruip weer mijn tent in en ga proberen de benen de verdiende rust te geven. Morgen weer veel kilometers!
Comments